Berichten

Uitspraak CRvB

Op 11 januari van dit jaar heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een voor het sociale zekerheidsrecht een aantal belangrijke uitspraken gedaan. De CRvB heeft namelijk bepaald dat de hoogte van de bijstandsboete afhankelijk moet zijn van het feit of de boete binnen een redelijke termijn door de uitkeringsfraudeur terugbetaald kan worden. De maximale terugbetalingstermijn is middels deze uitspraak vastgesteld op twee jaar. De CRvB stelde tevens in deze uitspraken dat deze termijn ook afhankelijk is van de mate van verwijtbaarheid: voor opzet geldt een termijn van twee jaar; grove schuld kent een termijn van achttien maanden; gewone verwijtbaarheid een termijn van twaalf maanden en bij verminderde verwijtbaarheid wordt een termijn van zes maanden opgelegd. Hierbij wordt er van uit gegaan dat datgene van het inkomen dat boven de beslagvrije voet ligt, gebruikt kan worden voor het betalen van de boete.

Bron: Rechtspraak.nl